Religie kennis Wiki
Advertisement
Deel van een serie artikelen over het
Christendom
Christendom
..Pijlers
..Christelijke feesten

Drieëenheid (Vader, Zoon, Heilige Geest) · Theologie · Apologetiek · Schepping · Zondeval · Wet· Verlossing · Aanbidding · Kerk · Sacramenten

..Geschiedenis en tradities

De eerste christenen · Algemene geschiedenis van het Christendom · Concilies · Geloofsbelijdenis · Marcionisme · Missie · Grote schisma · Kruistochten · Reformatie · Grote Geloofsafvallen · Opwekking · Restaurationisme · Unitarisme · Thomisme · Remonstranten · Congregationalisme

..Onderwerpen

Bewegingen · Denominaties · Oecumene · Homilie/Preek · Gebed · Christelijke muziek · Kerkmuziek · Kerkgebouw · Liturgie · Kalender · Symboliek · Kunst · Kritiek

..Belangrijke personen

Paulus · Petrus · Kerkvaders · Heiligen · Constantijn · Athanasius · Augustinus · Anselmus · Aquino · Palamas · Wyclif · Luther · Calvijn · Wesley · Arius · Marcion van Sinope · Paus

Christendom portaal

De Tien geboden of Tien woorden – ook wel Wet des He(e)ren genoemd – is een verzamelnaam voor een set leefregels die volgens twee grote religieuze stromingen (jodendom en christendom) door God aan de mensen opgelegd zou zijn. Ten bewijze hiervan worden de teksten uit hun heilige boeken (Bijbel, Thora) gebruikt. Deze leefregels hebben een zeer sterke impact gehad op de samenleving. Dit kan worden afgeleid uit het feit dat veel van de hedendaagse wetgeving nog steeds wortels heeft die teruggaan tot in deze tien geboden. Oudere variaties van zulk een lijst van geboden en verboden waren onder meer reeds bekend in het Oude Egypte. In de islam komen deze Tien geboden niet voor.

Volgens het boek Exodus ontving Mozes op de top van de berg Horeb in de woestijn Sinaï van de HE(E)RE ofwel JHWH op twee stenen tafelen de 120 Hebreeuwse woorden die de Tien Geboden vormen. Een andere benaming is de decalogus of decaloog. Na voorlezing aan het verzamelde volk werden de stenen tabletten in de Ark van het verbond bewaard. In hoofdstuk 34 van Exodus staat dat God Mozes opdroeg een tweede versie van deze stenen tafelen te maken, omdat hij de eerste had stuk gegooid, toen hij terugkwam van de berg en zag dat het volk een gouden kalf had gemaakt en aanbad.

In de Bijbel zijn er vijf vindplaatsen van de Tien Geboden. In het Oude Testament zijn er de twee versies in Exodus 20:2-17 en in Deuteronomium 5:6-21. Hoewel deze twee versies hier en daar van elkaar verschillen, zijn ze globaal genomen hetzelfde. In hoofdstuk 34 van Exodus (vers 11-26) is een derde lijst van geboden en verboden te vinden die verschilt van de genoemde gelijkaardige versies: hij is uitgebreider en bevat onder andere het opmerkelijke gebod de altaren van andersgelovigen stuk te staan. Opmerkelijk is ook dat in deze Bijbeltekst sprake is van een tweede versie van de stenen tafelen, omdat Mozes de eerste stenen tafelen had stukgegooid. In het Nieuwe Testament worden de geboden door Jezus zelf genoemd. In Matteus 22:36-39 vat Hij de Tien Geboden samen: "Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. "


De wet van de Tien Geboden[]

  1. Toen sprak God deze woorden:
  2. ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
  3. Vereer naast mij geen andere goden.
  4. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.
  5. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten;
  6. maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht.
  7. Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan.
  8. Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag.
  9. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten,
  10. maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen.
  11. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard.
  12. Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.
  13. Pleeg geen moord.
  14. Pleeg geen overspel.
  15. Steel niet.
  16. Leg over een ander geen vals getuigenis af.
  17. Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.

Nummering[]

In Exodus hoofdstuk 34 vers 28 en Deuteronomium 4 vers 13 en 10 vers 4 worden deze regels (afhankelijk van de vertaling) de Tien Woorden, tien geboden of tien grondregels genoemd, maar de oorspronkelijke tekst bevat geen aanwijzing waar het ene gebod eindigt en het andere begint. Verschillende groepen hebben de geboden op verschillende manieren ingedeeld. Bijvoorbeeld, protestanten vatten de regels "geen andere goden" en "geen gesneden beelden" op als twee aparte geboden. De aparte vermelding van het verbod op afgodsbeelden, vindt men ook bij de Oosters-orthodoxen en de Oosters-katholieken. Katholieken rekenen de twee eerste zinnen tot één verbod, namelijk dat op afgoderij. Katholieken interpreteren het verbod om te begeren als twee afzonderlijke geboden (te weten, één ten aanzien van vleselijke begeerte en één ten aanzien van materiële hebzucht). De protestanten en joden beschouwen dit als onderdelen van één gebod.

De joodse indeling[]

In de joodse traditie wordt niet gesproken van geboden, maar van woorden: de Hebreeuwse aanduiding ‘aseret ha-dibrot betekent "de tien woorden".

Men hanteert de volgende indeling:

  1. Ik ben de eeuwige uw God die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb.
  2. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
  3. Gij zult de naam van de Eeuwige, uw God, niet ijdel gebruiken.
  4. Gedenk de Sjabbat, dat gij die heiligt.
  5. Eer uw vader en uw moeder.
  6. Gij zult niet doodslaan.
  7. Gij zult niet echtbreken.
  8. Gij zult niet stelen.
  9. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
  10. Gij zult niets begeren dat van uw naaste is.

Men verdeelt de woorden soms als 1 + 3 + 3 + 3: één afgezonderd (heilig) woord, drie met betrekking tot de relatie tussen mens en God, drie met betrekking tot de verhouding tot de naaste en drie met betrekking tot het innerlijk van de mens.

Andere versies[]

Er zijn nog andere versies in omloop waar het verbod om het maken van afbeeldingen uit verdwenen is. In plaats daarvan wordt twee keer tot kuisheid geboden. Merk op dat in de rooms-katholieke Kerk wel veelvuldig afbeeldingen (van dieren, heiligen, Christus en God) worden gebruikt. Protestantse critici van de katholieke Kerk zien het "weglaten" als bewijs ervoor dat katholieken wél afgodsbeelden zouden maken en dienen. Overigens staat ook in de katholieke Bijbel het uitdrukkelijke verbod op het maken van afgodsbeelden voor een eredienst. Katholieke beelden worden echter niet als goddelijke aanwezigheid gezien of als goden, maar beschouwd als toegewijde, dierbare afbeeldingen van een geestelijke realiteit die niet direct met de materie van het beeld in relatie staat. De Tempel van Jeruzalem bevatte ook afbeeldingen van dieren, stierenbeelden, de engelen-cherubijnbeelden op de Ark van het Verbonds (zie boek Koningen), en eveneens afbeeldingen van palmbomen en engelen. Joden zelf hebben nooit religieuze afbeeldingen verboden op de calvinistische wijze. In het boek Numeri dient Mozes in opdracht van God een koperen slangenbeeld te maken en wordt later religieus gebruikt. Dit wordt later echter wel afgekeurd en de slang wordt ook vernietigd in 2 Koningen 18:4.

  1. Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.
  2. Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.
  3. Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt.
  4. Eer uw vader en uw moeder.
  5. Gij zult niet doden.
  6. Gij zult geen onkuisheid doen.
  7. Gij zult niet stelen.
  8. Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen.
  9. Gij zult geen onkuisheid begeren.
  10. Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort.

Vergelijkingstabel[]

Indeling van de 10 geboden volgens godsdienst
Gebod Joods Orthodox Rooms-katholiek, Lutheraans Anglicaans, Gereformeerd, en andere Protestanten
Ik ben de Heer uw God 1 1 1 -
Gij zult geen andere goden hebben 2 1
Gij zult geen afgodsbeelden maken 2 2
Gij zult de naam van God niet misbruiken 3 3 2 3
Gedenk de sabbat en hou hem in ere 4 4 3 4
Eer uw moeder en vader 5 5 4 5
Gij zult niet doden 6 6 5 6
Gij zult geen overspel plegen 7 7 6 7
Gij zult niet stelen 8 8 7 8
Gij zult geen valse getuigenis afleggen 9 9 8 9
Gij zult de vrouw van uw medemens niet begeren 10 10 9 10
Gij zult het huis van uw medemens niet begeren. 10

Versvormen[]

In Vlaamse versvorm klinkt het zo:

  1. Bovenal bemin één God
  2. Zweer niet ijdel, vloek noch spot
  3. Heilig steeds de dag des Heren
  4. Vader moeder zult gij eren
  5. Dood niet, geef geen ergernis
  6. Doe niets wat onkuisheid is
  7. Vlucht het stelen en bedriegen
  8. Ook de achterklap en het liegen
  9. Wees steeds kuis in uw gemoed
  10. Begeer nooit iemands goed

uit de berijming van Johannes Eusebius Voet

1 Mijn ziel, herdenk met heilig beven,
Hoe God, met majesteit bekleed,
Zijn wet op Horeb heeft gegeven,
Waar Hij deez’ woorden hooren deed:
2 “Ik ben de HEER, uw God en Koning,
Die van Egypte u bevrij’,
u leidend uit uw slaafsche Woning;
Dient dan geen goden nevens Mij.
3 Voor beeldendienst zult gij u wachten;
Ik ben de HEER, een ijv’rig God;
‘k Straf dien in drie en vier geslachten
Maar Schenk mijn dienaar ‘t za1ig lot.
4 Misbruikt geenszins den naam des HEEREN!
Zweert nimmer eenen valschen eed;
Want hun, die zijnen naam onteeren,
Is zijn getergde wraak gereed.
5 Gedenk en viert, met vee en magen,
Den Sabbath, na zesdaage vlijt;
God schiep ‘t heelal in zooveel dagen,
En heeft den Sabbath Zich gewijd.
6 Gij zult uw ouders need’rig eeren,
Opdat uw God, die eeuwig leeft,
Uw dagen gunstig moog’ vermeeren
In ‘t land, dat zijne hand u geeft.
7 Gij zult niet doodslaan, noch u wreken.
Breekt nooit den echt, Steelt niemands goed.
Gij zult geen valsch getuig’nis spreken;
Bemint elk met een vroom gemoed.
8 Uw hart zal nimmer iets begeeren
Van alles, wat uws naasten is;
Uw ziel zal, als uw mond, God eeren,
En houden zijn getuigenis.”
9 Och, of wij uw geboôn volbrachten
Genâ, o hoogste Majesteit!
Gun door ‘t geloof in Christus krachten,
Om die te doen uit dankbaarheid.

Theologie[]

De tien geboden kunnen volgens de christelijke interpretatie op tweeërlei wijze worden opgevat, namelijk als wet (1) en als belofte(2).
1 * Het "gij zult" kan als imperatief gelezen worden, als regels waaraan men zich moet houden, dus zogenaamd door God opgelegd aan zijn volk.
2 * Sommige theologen lezen echter de tien geboden met nadruk (zoals de joden plegen te doen) op de verkondiging aan het begin, dan worden het - volgens deze theologen woorden van belofte en bevrijding; de schets van de situatie waarnaar het volk onderweg is, een land van belofte, een wereld van rechtvaardigheid.


Zie ook[]

Externe links[]

Advertisement