| Thomas Kardinaal en Prins d'Alsace-Boussut de Chimay | ||||
| Kardinaal van de Katholieke Kerk | ||||
| Bestand:Kardinalpallium.png | ||||
| Rang | Kardinaal priester | |||
| Ambt | Kamerheer van Clemens XI, nuntius in Oostenrijk | |||
| Gecreëerd door | Clemens XI | |||
| Consistorie | 29 november 1719 | |||
| Aartsbisdom | aartsbisschop van Mechelen | |||
| Titelkerk | Laurentii in Lucina | |||
| ||||
Thomas Philip Wallrad d'Hénin-Létard d'Alsace-Boussut de Chimay (Wolvertem, 12 maart 1679 - Mechelen, 5 januari 1759) was aartsbisschop van Mechelen. Hij werd geboren als tweede zoon van Philippe Louis d'Hénin-Liétard d'Alsace, graaf van Boussu en prins van Chimay, ridder van de Orde van het Gulden Vlies, en Anne Louise Verreycken, dochter van baron van Impden. Ontving op zeer jonge leeftijd zijn tonsuur op 29 november 1690. Hij begon zijn studies bij de jezuïeten, studeerde vervolgens filosofie in Keulen en o.a. theologie in Rome.
Hij werd kanunnik van het kathedraalskapittel van Gent, vervolgens in 1695 proost en werd tenslotte deken gewijd op 20 november 1701. Op 15 oktober 1702 werd hij priester en di onore kamerheer van paus Clemens XI. Deze paus wilde hem in 1713 benoemen tot bisschop van Ieper toen keizer Karel VI hem als kandidaat voorstelde voor de vacante zetel van aartsbisschop van Mechelen. Hij werd op 16 december 1715 verkozen en op 19 januari 1716 in Wenen aangesteld tot aartsbisschop. Hij was nuntius in Oostenrijk en privé-raadsman van de keizer. Op 29 november 1719 werd tot hij kardinaal benoemd.
Hij stierf op 5 januari 1759 in Mechelen en ligt begraven in de kathedraal van Mechelen.
| Voorganger: Humbertus Guilielmus de Precipiano (tot 1711) |
Aartsbisschop van Mechelen 1716-1759 |
Opvolger: Johann Heinrich von Frankenberg |
fr:Thomas-Philippe d’Hénin-Létard d’Alsace-Boussut de Chimay it:Thomas Philip Wallrad d'Alsace-Boussut de Chimay no:Thomas d'Alsace-Boussut de Chimay